Artikel 61 van het Wetboek van Strafvordering bepaalt dat een verdachte maximaal zes uur voor verhoor mag worden opgehouden, met dien verstande dat de tijd tussen 24:00 uur en 09:00 uur niet wordt meegerekend. Ingeval u derhalve ‘s-avonds uitgenodigd wordt op het politiebureau kan het verstandig zijn de afspraak naar ‘s-ochtends te verplaatsen, opdat u voorkomt dat u de nacht op het politiebureau dient door te brengen wanneer daar in principe geen aanleiding voor is. Wil de politie u langer dan deze periode vasthouden voor verhoor dan zult u, door een Officier van Justitie of een hulpofficier van Justitie in verzekering moeten worden gesteld. Een afschrift van het bevel tot inverzekeringstelling moet aan u worden uitgereikt. Wanneer u reeds een advocaat heeft dient deze ook een afschrift van het bevel te ontvangen.
Inverzekeringstelling geschiedt voor maximaal drie dagen, waarna een verlenging van de inverzekeringstelling met drie dagen mogelijk is. Uiterlijk binnen een periode van drie dagen en vijftien uur te rekenen vanaf het tijdstip van de aanhouding moet een verdachte voor een Rechter-Commissaris worden geleid. De Rechter-Commissaris beslist alsdan op vordering van de Officier van Justitie en na u en uw advocaat te hebben gehoord of u in bewaring dient te worden gesteld. Deze bewaring duurt maximaal 14 dagen waarna de raadkamer van de Rechtbank beslist of u een volgende 30, 60 of 90 dagen in voorlopige hechtenis dient door te brengen. Let er met uw advocaat op dat u na het bevel tot bewaring van de Rechter-Commissaris slechts tien dagen op een politiebureau mag verblijven. Wanneer u niet tijdig naar een Huis van Bewaring wordt overgeplaatst dient men u in principe in vrijheid te stellen.
Overige facetten van de inverzekeringstelling en mogelijke dwangmiddelen vallen buiten het bereik van deze korte uitleg. Wel nog het vermelden waard is dat op het moment van inverzekeringstelling door de politie melding moet worden gedaan aan de piketcentrale van de Orde van Advocaten.